Zelden een Algemene Vergadering van eigenaars gezien waar iedereen na afloop lachend naar buiten kwam… Dat was recent het geval in De Panne, en dat blijkt daar veeleer regel dan uitzondering te zijn. Bij navraag blijkt het succes vooral gestoeld te zijn op een zeer goed functionerende Raad van Mede-eigendom en een professionele syndicus. Piet Walravens, voorzitter Raad van Mede-eigendom Residentie Duneland doet zijn verhaal.
Ligging
Residentie Duneland, gelegen in de Dynastielaan in De Panne, is een prachtig complex van 90 appartementen vlakbij het strand en het Westhoekreservaat. “Wij hebben ons appartement op plan gekocht in 1977. Dat was bedoeld als tweede verblijf. Niet zomaar, want mijn echtgenote en ik hadden al veel langer affiniteiten met deze badplaats,” stelt Piet Walravens, die in Dilbeek woont.
Nieuwe syndicus
“Terwijl in het begin alles vlot liep, ervoer ik na een aantal jaar bij heel wat eigenaars een sterke oppositie tegen de werking van de toenmalige syndicus, die eigenlijk ook de verkoper van de appartementen was. Een volgende Algemene Vergadering stemde de volledige Raad van Mede-eigendom weg. Op dat moment was ik beroepshalve directeur infrastructuur verbonden aan C.C. Westrand in Dilbeek. Ik dacht dat ik iets kon bijbrengen aan dit gebouw en stelde mijn kandidatuur. Ik werd verkozen tot voorzitter en ben dit al die tijd gebleven.”
“De Algemene Vergadering is sedertdien rustiger geworden, mag ik stellen. De nieuwe syndicus, Stefaan Leliaert, heeft daar een niet gering aandeel in. Sinds hij er is, wordt uitstekend samengewerkt. Als Raad dachten wij altijd positief met hem mee om de bestaande problemen op te lossen en om bepaalde voorstellen te doen. Tegelijk waren wij bij hem spreekbuis van de andere mede-eigenaars.”
Rol van de syndicus
“De rol van de syndicus is zeker in dit geval erg belangrijk, want het gaat om een groot gebouw met veel eigenaars. Er moet iemand zijn met een visie om het gebouw te onderhouden en te herwaarderen. Dat is beroepswerk. Ik ben zelf ooit syndicus geweest in een ander appartementsgebouw (in Ganshoren), maar ik heb dat snel voor bekeken gehouden omdat het werk zelfs voor mij veel te veelzijdig en technisch is. Een syndicus moet bovendien behoorlijk boekhoudkundig en financieel beslagen zijn. Dat vergt een constante zorg.”
“In die andere residentie waarvan sprake, hadden wij een ‘gewone’ syndicus: iemand die optrad als eigenaar, niet als beroepssyndicus. We waren eigenlijk blij dat hij stopte, want hij had een bepaalde leeftijd bereikt en volgde de zaken niet meer zo goed op. Wij besloten om een beroepssyndicus te zoeken, ook omwille van het feit dat de wet bepaalde eisen was gaan opleggen aan een syndicus: zo diende deze voortaan over een website te beschikken en allerhande andere dingen in het leven te roepen die een gewone vrijwilliger niet zo maar kan. We keken ginder uit in de omgeving, maar zonder resultaat: ofwel was alles ééntalig Frans ofwel stond de persoon in kwestie niet zo erg aan.”
“Daarom besloot ik contact op te nemen met Stefaan (Leliaert) in De Panne. Hij nam het voorstel in overweging en zegde uiteindelijk toe. Dat was niet zo evident, want het behelst een gebouw uit de 60’er jaren met heel wat restauratiewerk. Een gebouw dat al die tijd niet zo goed onderhouden is geweest, verliest aan waarde. Als eigenaar vind ik immobiliën nog altijd een zeer goede belegging, op voorwaarde dat je je gebouw goed onderhoudt en het meegaat met de evolutie en de techniek. Je moet nu eenmaal zorg dragen voor je eigen kapitaal. Wanneer wij, ook in De Panne, geld gaan uitleggen om de gevel te reinigen of om maatregelen tegen betonrot te treffen, dan hebben daar alle eigenaars belang bij.”
Foto’s: Tom Van Ryckeghem
Tekst: Daniël Steevens